De Langeweg (3)
Met de verharding van de Langeweg, die door allerlei ontwikkelingen op economisch gebied noodzakelijk was, nam ook het gebruik van de weg toe en daardoor ook het aantal ongevallen. Gedurende laatste 30 jaar heeft de weg zelfs de top 2 bereikt van de meest onveilige gedeelten in het Brabantse provinciaal wegennet. Maar verkeersongevallen zijn hier van alle tijden. Nu lag dat niet altijd aan het wegdek. Ook de transportmiddelen en verkeersregels waren nog in ontwikkeling . Vooral de Langewegvliet, parallel aan de Langeweg bleek een niet te verwaarlozen bron van ellende voor de weggebruikers. En niet alleen voor de weggebruikers ; onderschat het aantal Langewegse kinderen niet dat hier, al spelende, de verdrinkingsdood vond. In mei 1873 hobbelde een rijtuig met drie personen over de Langeweg richting Zevenbergen. Plotseling raakte het paard los van zijn last en liep regelrecht de vliet in. Het rijtuig lag binnen enkele tellen op zijn kop in het water. De inzittenden slaagden erin zichzelf op het droge te brengen doch het paard bleek niet in staat zijn hoofd boven water te houden en verdronk. Zondag 18 april 1875 begaf zich een ouderpaar met hun pasgeboren kind over de Langeweg naar een van de drie parochiekerken om het te laten dopen. Het sacrament van het doopsel moest, als het even kon, nog op dezelfde dag worden toegediend. Op Slikgat was er die mogelijkheid nog niet, de paterskerk was zelfs nog in aanbouw. Het vervoer geschiedde middels een rijtuig, bestuurd door een bekende van de familie. Plotseling braken de strengen. Het paard ging er vandoor en het rijtuig met inzittenden ‘belandde’ in de Langewegvliet. Vader en een bekende, die voorop zaten, hielden er een nat pak aan over maar moeder kon het kind en zichzelf nog net droog houden. Men besloot de doop uit te stellen en huiswaarts te keren. De schrik zat er goed in. Bovendien konden ze zich in deze bewaterde toestand maar moeilijk bij de doopvont vertonen. In de namiddag van 20 april 1902 reed Jan Snoeijs vanuit Krauwelsgors met zijn moeder en zusters over de Langeweg, gezeten in een met paard bespannen voertuig. Richting station Langeweg ontmoetten ze een automobiel vanuit tegenovergestelde richting. Het paard schrok waarschijnlijk dusdanig van het vreemd knetterend geval dat het uitweek richting de bermsloot met als gevolg dat het rijtuig in tweeën brak en de reis en gehele familie in het water viel. De bestuurder van de auto liet de familie aan haar lot over en ging er met volle vaart vandoor, zo snel dat opname van het autonummer niet meer mogelijk was. Na enkele weken wist de marechaussee de snelheidsduivel alsnog op het spoor te komen. Het was graanhandelaar F. Verstappen uit Antwerpen. Voor velen was een automobiel nog een onbekend verschijnsel want de politie adviseerde bij een ontmoeting met een automobiel dat een overtreding begaat, het nummer te noteren. ‘ Er zit er zowel een op de voorkant als op de achterkant’! De politie weet ‘den man dan wel te vinden’. 18 oktober 1928 rond negen uur in de morgen, vertrok een bus van Tiggelaar vanuit Zevenbergen richting Langeweg. Aan de rit zou spoedig een einde komen. De chauffeur verloor ten gevolge van de gladheid de macht over het stuur. Ondanks de aanwezigheid van een geestelijke onder de medereizigers, kwam de bus tot stilstand op de bodem van de vliet die ter plaatste erg diep was. Met de kwetsuren viel het mee, maar het voertuig uit de vliet halen, verliep allemaal niet zo glad. Zaterdag 6 oktober 1934 werd een zwarte dag voor Langeweg. Tot ver in zestiger jaren van de vorige eeuw waren kinderen verplicht op zaterdagmorgen de school te bezoeken. Minstens eenmaal in de maand werd deze zaterdag afgesloten met het gezamenlijk te biechten gaan in de paterskerk. Na de biecht, de penitentie en een Kruiswegoefening ging de klas zoals gewoonlijk uiteen. Rond 13.00 uur vertrekt de achtjarige Fransje Broeren naar zijn ouders en twee zusjes aan de Hoge Zeedijk. Hij moet de Langeweg oversteken bij de heul, richting Hamseweg. Op dat moment komt er een auto met grote snelheid uit de richting Breda, bestuurd door ene zekere Ten B. Fransje wordt gegrepen en zo’n 25 meter meegesleurd. De politie wordt gewaarschuwd, medische hulp wordt ingeroepen doch dokter van der Linden uit Zevenbergen constateert de dood. Het kind moet op slag dood zijn geweest. Fransje werd naar het R. K. Gasthuis in Zevenbergen gebracht en op 9 oktober begraven te Zevenbergen. november 2018