De Putten aan de Hoge Zeedijk
Wat oudere topografische kaarten vermelden vaak de naam De Putten, gelegen bij Langeweg. Een waarschijnlijk voor velen van ons vrijwel onbekend toponiem, dat ons brengt naar een lang gerekt gebied, in alle rust grotendeels gelegen tegen het noordelijk talud van de Hooge Zeedijk vanaf de Molenweg uitlopend naar Zevenbergschen Hoek. Een atlaskaartje uit 1866 noemt dit De Ritten, gelegen ten zuiden van de Hoge Zeedijk . Dit is onjuist. Het toponiem De Putten komt ook voor aan de Dikke Dijk, noordwestelijk van Zevenbergen. In de wijk Torenveld te Zevenbergen draagt een straat dit toponiem. De Putten bij Langeweg wordt aan de noordzijde belend door De Grote en Kleine Schenkeldijkse polder. Bij de stap-voor- stapsgewijze, in noordwestelijke richting gaande herinpoldering van het Oudland van Zevenbergen tussen 1535 en 1546, werd de benodigde grond voor het ophogen van de Hoge Zeedijk, langs deze reeds gedeeltelijk bestaande dijk uitgegraven. Wat overbleef was een niet bepaald vlak gelegen drassig gebied vol met putten. Het was een ideaalgebied voor snelgroeiend hout, wilgen,elzen, schaarhout , jaarlijks openbaar verkocht als brandstof en/of bouwmateriaal aan de mensen in de omgeving. In de loop van de 17e eeuw werden deze marginale gronden, die eigendom bleven van De Staat, de verblijfplaats van hen die voor hun levensonderhoud waren aangewezen op werk in de aangrenzende polders. Het westelijk gedeelte van de Schenkel werd ingepolderd na de herbedijking van het Oudland, het oostelijk gedeelte iets later. Tussen deze twee delen werd een soort dwarsdijk aangelegd, na de bedijking van het westelijk gedeelte, als waterkering en toegangsweg, de Schenkeldijk. De Schenkel werd door de naam van die dijk in de loop der tijd verdeeld in De Grote Schenkel en Kleine Schenkel. Waar nu die naam Schenkel vandaan komt kan ons weer verleiden tot allerlei gissingen. Zelfs de Hamseweg wordt erbij gehaald om aannemelijk te maken dat de namen van wegen, dijken en polders hun oorsprong vinden in lichaamsonderdelen van allerlei soorten landbouwdieren. De naam Schenkeldijk komt ook elders voor. Een gemeenschappelijk kenmerk van schenkeldijken is dat ze een oude dijk verbinden met een jongere dijk. En dat klopt in ons geval . De Schenkeldijk is een schakeldijk tussen de oudere Hoge Zeedijk en jongere Achterdijk die na 1568 werd aangelegd. We gaan even terug naar het westelijk deel van De Putten en staan even stil bij een boerenwoning op het adres Hoge Zeedijk 60. In de westgevel van het woonhuis vermeldt een gedenksteen: Eerste steen L. Nelemans 7-6-1859. De naam Nelemans was diep geworteld in agrarische kringen in onze omgeving. Leendert Nicolaas Nelemans, zoals hij voluit heette, was een zoon van Nicolaas Hendrik Nelemans en Lijntje Lydia van Dis die in het stichtingsjaar woonden op de nabijgelegen hofstede aan De Langeweg 15. Nicolaas zette zijn zoon, na het huwelijk in 1860 met Sijke Adriana Schippers, op de nieuwe hoeve in De Putten. Negen kinderen werden er geboren tussen 1860 en 1876 waarvan er zes jong stierven. Tussen de dijk en de landbouwschuur stond al een huisje en schuurtje op cijnsgrond van Antonie van Ginneken en Johanna Mous. In 1862 worden huis en schuurtje verkocht aan Nelemans voor een van zijn arbeiders. In 1884 erft Leendert de hoeve van zijn vader. In 1893 trouwt zoon Arie met Johanna Maria van Alphen, een bakkersdochter uit Capelle in het land van Heusden en Altena. Zij blijven inwonen. Bij testament in 1911 wordt zoon Arie o.a. de hoeve in de Grote Schenkeldijk toebedeeld. Na ruim 20 jaar stopt Arie met het bedrijf. Op 3 maart 1915 wordt een groot aantal roerende goederen geveild op de hoeve. Enkele weken nadien vertrekken Arie met zijn vrouw en de kinderen Sijke, Elisabeth, Johanna en Leendert naar Capelle. Hij overlijdt er twee jaar later. In 1919 gaat de hoeve in eigendom over aan zoon Andreas Kavelaars , zoon van een herbergier-landbouwer te Langeweg , en de Klundertse Adriana Wijtvliet. Zoon Antoon is de laatste Kavelaars die hier woont tot in de 21e eeuw. Op de foto huis en schuur op 13 augustus 1993, bijna een schilderij, de mensenhand heeft er weinig aan bedorven sinds de bouw in 1859. Hoe ouder hoe mooier dan vaak rest. Doch in de nacht van 14 op 15 augustus 2006 greep de natuur met haar windvlagen in en liet de gebinten kraken tot de schuur erbij neerviel.
Oktober 2019