Een winkeltje om de hoek
In 1838 trad de Slikgatse Maria Kommeren in het huwelijk met Gerardus van de Noort. Het echtpaar werd gezegend met 12 kinderen, waaronder een drieling. Om die groeiende kroost onder de pannen te houden, kocht Gerardus in 1850 grond van zijn schoonzus Sebastiana Kommeren, wonende op het huidige adres Zuiddijk 33 en bouwde hierop een woning op het huidige adres Zuiddijk 29. Deze familie schonk bij de inrichting van de paterskerk de communiebanken waarvan de panelen nog in de Mariakapel aanwezig zijn als muurdecoratie. Dochter Wilhelmina van de Noort trouwde in 1877 met Johannes Vrins (1850-1941) geboren te Snijders-Chaam. Hij groeide op in een landbouwersgezin op De Noord bij Terheijden als koewachter. Enkele maanden voor hun huwelijk was de moeder van Wilhelmina overleden. Het echtpaar ging inwonen bij de weduwnaar Gerardus van de Noort. Gerardus overleed in 1884. In dat jaar liet Wilhelmina naast haar ouderlijk huis een nieuwe woning bouwen, het huidige adres Zuiddijk 31. Op bijgaande foto zien we voor het huis gekandelaarde linden. Zij kleurden veelvuldig het straatbeeld en hun schaduw maakte zonnewering overbodig. De indeling van de voorgevel verraadt tot op de dag van vandaag dat we hier te doen hebben met een woning annex winkeltje. Johannes en Wilhelmina waren niet onbemiddeld. Hij handelde wat in onroerend goed, verstrekte leningen voor de aankoop of bouw van woningen op Slikgat en noemt zich in officiële stukken winkelier en landbouwer. Winkelen bij de boer is dus geen verschijnsel van de laatste jaren. Jan Vrins en Mien van de Noort verkochten aan huis dagelijkse benodigdheden. Winkeltjes voor de vergeten boodschap bestonden nog niet. De winkelpui vertelt ons dat de benaming buurtsuper nou niet bepaald gepast is, de toonbank zal de maten van een hedendaags winkelwagentje niet te buiten zijn gegaan. Maar de klantenkring groeide, want met de komst van de capucijnen nam het aantal huizen en gezinnen in het dorp toe, zij het zeer bescheiden. De rol van Vrins als plaatselijke geldschieter zal hem ook geen windeieren hebben gelegd, maar aanwijzingen tot gedwongen winkelnering zijn zwart-op-wit niet terug te vinden. In 1889 komt hun eerste en tevens laatste kind ter wereld, Johannes Gerardus. Hij blijft vrijwel zijn hele leven in Langeweg wonen. In 1916 werd het huwelijk gesmeed tussen Johannes Gerardus en de Langewegse smidsdochter Wilhelmina de Rooij. Zijn ouders verkopen in 1917 het winkelwoonhuis aan Adam Schouwenaars. De familie Vrins bouwt een nieuw huis op de ondermuren van de bestaande woning Zuiddijk 29, we zien er nog een gedeelte van links op de foto en dit verklaart de hogere ligging. Naast werk in de landbouw houden Adam Schouwenaars en zijn vrouw Anna Verkooijen ook de winkel open. Als Adam in 1931 komt te overlijden moet de nalatenschap worden geïnventariseerd en geschat. Zo komen we wat meer te weten over hun winkelassortiment. Tabak werd geleverd door N.V. De Klimmende Leeuw te Breda. N.V. Canton , voorheen S. Fick te Oosterhout, was leverancier van koloniale waren. De Gebroeders Maessen uit Tilburg zorgden voor manufacturen en E. Sprangers te Breda vulde de winkelschappen aan met garen, sajet en band. De winkelvoorraad bevatte op dat moment rijst, suiker, koffie, thee, tabak,salet, binnenkatoen, touwwerk, manufacturen en diversen voor een totaalbedrag van 213 gulden. De winkelopstand werd geschat op 30 gulden. Anna zal wel hebben kunnen tellen maar van ‘op de pof kopen’ zal zelden sprake geweest zijn want bij de opmaak van de notariële akte verklaart zij ‘uit hoofde van ongeleerdheid haar naam niet te kunnen teekenen’ ! Haar kinderen boerden verder maar het winkeltje zal de inmiddels 63-jarige Anna stilletjes aan de kant geschoven hebben. Officieel ging het kruidenierswinkeltje op 22 februari 1935 op slot. Geen nood want dochter Goverdina, Dientje van den Heuvel, zette haar werk voort in het, ook inmiddels gesloten ‘winkeltje om de hoek’, Zuiddijk- Kerkpad.
December 2019