29 november 1928 vierde het echtpaar Spitters-van Gils hun gouden huwelijksfeest.
Diverse tijdschriften deden er kond van.
De bloemetjes werden buiten gezet voor het huis aan de Dorpsstraat en de oudjes te midden van hun kleinkinderen,
bijna een schoolklas vol.

Familie Spitters

Ieder oord , groot of klein, kent wel enkele familienamen die daar gedurende vele jaren voorkomen. In en rond het gehucht Slikgat zijn het vanaf de zestiende eeuw vooral patroniemen, familienamen die verwijzen naar de voornaam van de vader, beroepsnamen en enkele namen die verband houden met de plaats van herkomst. Voor de spelling en het consequente gebruik van namen bestond lange tijd geen regelgeving, als het beestje maar een naam had. In ons polderland ontsprongen de namen Van Hokkenberg, Van Sonseel en Van de Noort. Uitgezonderd laatstgenoemde, zijn ze rond 1800 in onbruik geraakt. Helaas, de familie naam Van Slikgat is nooit aan een papier toevertouwd. In 1811 werd onder keizer Napoleon iedereen verplicht een vaste achternaam te kiezen omdat mensen er een potje van maakten. Daardoor werd het moeilijk om belastingen en allerlei andere persoonsgerichte verplichtingen in te voeren. Vanaf 1825 werd het verboden om bij wisseling van woonplaats als achternaam de nieuwe woonplaats aan te nemen. Aanvankelijk noteerde de ambtenaar van de Burgerlijke Stand de naam zoals die hem ter ore kwam, met als gevolg verschillende schrijfwijzen binnen dezelfde familie. Later werd bepaald dat de achternaam van een pasgeborene moest overeenkomen met de spelling van de familienaam van de vader of moeder. Ondanks dat ons dorp gedurende de laatste vierhonderd jaar niet uitgroeide tot een omvangrijke plaats, kwamen hier volop familienamen voor die ook weer verdwenen. Iedere plaats kent enkele familienamen die zo domineren, dat de indruk gewekt wordt dat alles wat er woont familie is. Meer dan twee eeuwen komt hier de naam Kapitein voor. Vanaf 1800 is deze naam te herleiden tot het echtpaar Adriaan Capitein en Catharina Vermeulen. Degenen die in ons dorp de naam Verkooyen of een afgeleide daarvan dragen, hebben een gemeenschappelijke voorvader die in 1803 als bakker een huisje aan de Slikgatsedijk betrok. Meer dan 250 jaar houdt hier de naam Van Gils stand, hoewel hier niet altijd sprake is van bloedverwantschap. Dat geldt ook voor de naam Van Beek die in Langeweg gedurende drie eeuwen voorkwam bij zowel dorpelingen als landbouwers maar zonder gezamelijke stamvader. Van de vele familienamen die Langeweg gedurende de laatste 400 jaar gekend heeft, rest nog slechts een heel klein deel. Bij grote gezinnen met veel nakomelingen van mannelijke kunne, is de kans dat een familienaam lang blijft hangen groot. Dit jaar verdween in ons dorp de naam Spitters. Deze naam kwam niet aaneengesloten voor en groeide plaatselijk niet uit in ‘groten getale’, doch heeft hier bijna vier eeuwen geklonken. De naam Spitters komt vooral voor in het zuiden van Nederland en is duidelijk een beroepsnaam, verbonden aan de landbouw. Andries Spitters (1626-1671) geboren te Wagenberg, in 1659 gehuwd met Cornelia Cavelaers(1635-1689) uit Hooge Zwaluwe, was pachter van de hoeve Bouwlust aan de noordzijde van de Langeweg. In 1750 kocht Jacobus Dingeman Spitters (1724-1783) een huisje op het huidige adres Zuiddijk 33. Hij was dat jaar gehuwd met Adriana Cornelia van Tetering (1726-1779). Beiden werden geboren onder Zevenbergen. Tussen 1751 en 1772 kreeg het echtpaar zes jongens en vijf meisjes. Met de dood van vader Jacobus D. verdween de naam Spitters; in 1784 verhuisde het gezin naar Zwaluwe. Wel bleef er een dun lijntje open want in 1798 trouwde zoon Antonius met een dochter van de smid van Slikgat. Maar na driekwart eeuw geraakte het nageslacht van deze familie Spitters weer verzeild op Slikgat. Jacobus Dingeman Spitters en Adriana Cornelia -van Tetering zijn namelijk de betovergrootouders van Jantje Spitters (1850-1948). Overlijdensprentjes staan erom bekend het niet altijd zo nauw te nemen met de waarheid, wat dat laatste ook moge zijn. We zullen het de nabestaanden maar niet kwalijk nemen dat ze niet meer wisten wat de plaats van geboorte was van iemand die bijna een eeuw onder de blauwe hemel mocht vertoeven. Langeweg is niet de bakermat van Jantje Spitters maar Hooge Zwaluwe. Daar kwam hij 20 oktober 1850 ter wereld als eerste zoon van Barbara Luijken en Cornelis Spitters. Ook de gegevens van het bevolkingsregister zijn niet onbetwistbaar; Jantje wordt op zijn eerste verjaardag voor de tweede maal geboren. In 1872, na de vervulling van zijn militaire dienstplicht, trok hij als boerenknecht in bij Marijn van Aken aan de Slikgatschendijk (huidig adres Schoolstraat 2). In 1874 zou hij min of meer de aanvoerder geweest zijn van ‘De Ketelploeg’ die in 1874 herbergier Van de Noord met zijn vrouw de stuipen op het lijf joeg om de grondverkoop voor de bouw van kerk en klooster doorgang te doen vinden. Van 1875 tot aan zijn huwelijk in 1878 verbleef hij o.a. te Klundert. Hij trouwde met de Slikgatse Johanna van Gils (1852-1933) dochter van het echtpaar Van Gils-Verwater. In 1882 bouwde Johannes Spitters een huisje op een lapje grond van zijn schoonmoeder in de Dorpsstraat tegenover de smederij van Jan de Rooij, ongeveer op het huidige adres Zuiddijk 45a. Naast zijn werk als boerenknecht werd een centje bijverdiend met zijn winkeltje in kruidenierswaren en wat kleinigheden. Diverse malen moest de woning worden uitgebreid vanwege de aangroei van het gezin. In 1898 woonde het gezin voor enkele maanden op Crauwelsgors. Tussen 1879 en 1892 werd Jantje Spitters vader van zes dochters. Ze zwierven allemaal uit; de dochters Barbara, Wilhelmina, Adriana en Margaretha huwden, dochter Cornelia bleef ongehuwd en dochter Anna Petronella werd op vijfentwintigjarige leeftijd lid van de Congregatie van de Zusters Franciscanessen van Veghel en kreeg de naam zuster Maria Everarda. Twee mannelijke nakomelingen van het echtpaar Spitters-van Gils zouden de familienaam nog voor anderhalve eeuw laten voortleven in ons dorp: Cornelis Adrianus Antonius (1889-1968 ) en Adrianus Franciscus (1892-1970 ). Het huisje aan de Dorpsstraat werd in 1944 onbewoonbaar beschadigd. Jantje Spitters trok in bij een dochter in Etten-Leur waar hij overleed in de leeftijd van 97 jaar. Zijn zoon Adrianus F. trad in 1916 in het huwelijk met Johanna Gelens (1891-1956) van Hokkenberg en kocht een huisje op Het Fort. Vanaf 1927 werden de gebouwen hier vervangen door nieuwbouw. Elf kinderen werden er geboren tussen 1918 en 1935. Twee jongens en twee meisjes kozen voor een religieuze levensstaat. Geen van de jongens nam de boerderij van de ouders over. Dochter Anny ( 1930-2008), gehuwd met Cor den Reijer (1927-2003) was de laatste boerin en Spitters op Het Fort. De nazaten van Cornelis A.A. Spitters hebben het wat langer volgehouden in Langeweg. Cornelis trouwde in 1920 te Roosendaal met Anna Maria Nuijten ( 1895-1964) geboren te Bergen op Zoom. Hij kocht het voormalige hulppostkantoor (huidig adres Zuiddijk 47) . Vrouw Anna was dochter van een koopman in groenten te Roosendaal. De negotie zal haar niet vreemd geweest zijn. Daarom werd een kamertje van het huis ingericht als tabakswinkel. Maar daar bleef het niet bij ; Cornelis was duivenmelker dus het assortiment werd uitgebreid met duivenvoer. Tussen de bedrijven door werden vier meisjes en vijf jongens geboren. Enkele jongens mochten studeren, voor die tijd een zeldzaamheid in een groot gezin. En studeren betekende in veel gevallen, verhuizen en niet terugkeren. Een zoon emigreerde naar Canada. De dames vertrokken na hun huwelijk. De benjamin, Cor, bleef met zijn vrouw Dymphi Reniers, op het ouderlijk nest. Vier kinderen kwamen er ter wereld die uiteindelijk nestvlieders bleken te zijn. Het tabakswinkeltje overleefde het jaar 1982 niet. Sauwelaar Fons de Weert wist het treffend onder woorden te brengen: ‘ het tabakswinkeltje heeft het onderspitters moeten delven !’ Cor (1934) en Dymphi (1936), beiden gezond, vertrokken enkele maanden geleden naar Zevenbergen om de ongemakken die bij zo’n leeftijd op de loer liggen, voor te zijn. De naam Spitters verdween daarmee van Slikgat maar de herinnering aan dat kleine busje met snoep op de toonbank en de kauwgomballenautomaat aan de voorgevel zal bij menigeen blijven plakken.

december 2024