Op de foto uit 1928: Boven de Zuiddijk, in het midden de nog bestaande loodsen Koerland en Finland
en links onder het in 1944 verdwenen huis

Hazeldonk en balkengat  (2)

Het gezegde ‘van dik hout zaagt men planken‘ typeert de voortvarendheid waarmee het bedrijf zich vanaf 1899 ontwikkelde. Drie zonen van Cornelis Aarden, Petrus, Jan en Henri, wisten op deze vrij afgelegen plaats binnen twintig jaar een bedrijf op poten te zetten dat zo’n vijf hectare grond in beslag nam met een bebouwd oppervlak van bijna een hectare en een zeventigtal mensen van werk voorzag. De werknemers woonden te Hazeldonk, maar ook voor de omliggende dorpen bracht het bedrijf uitkomst voor degenen die,  door de steeds verslechterende werkgelegenheid in de landbouw,  hun inkomen dreigden te verliezen. Naast directe werkzaamheden op het bedrijfsterrein was ook de aan- en afvoer van het hout een bron van werkgelegenheid. Aanvankelijk gebeurde dit met paard en wagen. De nog aanwezige Vlaamse schuur bij de villa Hazeldonk diende als stalling voor enkele tientallen trekpaarden. Binnen enkele jaren werden de paarden vervangen door eigen vrachtwagens. In 1911 werd zelfs een motorschip onder de naam Prinses Juliana, in gebruik genomen. Jaarlijks werd er zo’n 10.000 kubieke meter hout omgezet in producten.  Levering geschiedde door het hele land.  Zelfs bij de bouw van de Afsluitdijk werd hout betrokken van de firma. Maar, om wat dichter bij huis te blijven,  ook aan de Zuiddijk werden huizen gebouwd op houten palen van Aarden. De ligging van de bedrijven aan Hazeldonk heeft ook een steentje bijgedragen aan de verharding van de Zuiddijk. Pogingen hiertoe werden reeds vanaf 1915 door de paters ondernomen. Pater Mauritius, vicaris van het klooster, zou zelfs voor een financiële bijdrage zorgen. Cornelis Aarden werd als Provinciaal Statenlid benaderd . Voorlopig kwam van een keiweg niets terecht. Aarden en de capucijnen zouden vooral uit eigen belang handelen. Henri Aarden, een zoon van Cornelis, werd in 1919 Statenlid. In 1921 werd begonnen met de keiweg. Het te verwerken hout werd voor een groot gedeelte opgeslagen in de nog gedeeltelijk bestaande loodsen. In 1923 bouwde aannemer A. de Gouw uit Zevenbergen een aantal van die loodsen. De loodsen droegen de naam van gebieden, steden en  landen uit het hoge noorden van waaruit het hout werd aangevoerd, o.a.Finland(Suomi), Kotka en Koerland ( een provincie die opgegaan is in het huidige Letland). In 1925 ontwierp het Roosendaals architectenbureau De Bruin en Van Hees de Villa op het huidige adres Hazeldonk 4 of de in 1944 verdwenen villa aan de draaibrug aan de Mark op bijgevoegde luchtfoto linksonder. Wie het weet mag het zeggen. Dit architectenbureau had in 1923 ook de nieuwe hoofdonderwijzerwoning aan De Langeweg ontworpen. In 1938 werd begonnen met de aanleg van een vaste oeververbinding en een  nieuw wegvak tussen Leur en Zevenbergen,  gelegen iets ten westen van de draaibrug. Hiervoor stond het woonhuis van de oude Hoeve Hazeldonk westelijk van de Vlaamse schuur, in de weg. Het werd vervangen door een zeer fraaie landhuis , ontworpen door een van Brabants bekendste architecten Jos Bedaux en in 1938 gebouwd door bouwbedrijf Fr.Tielen en zn. uit Zevenbergen. Vanwege de vormgeving en verdere ommuring heeft het eerder Vlaamse, Kempische dan West-Brabantse trekken. Maar het blijft een pronkstuk voor onze omgeving. Hoewel het bedrijfsmatig de firma Aarden voor de wind ging in de eerste helft van de twintigste eeuw, speelden zich op het terrein ook minder plezierige taferelen af. Daarover een volgende keer meer. April 2017