Het Vaticaan aan de kerkpad

In 1910 werd een bouwvergunning verleend voor  een  burgerwoning aan de kerkpad, op een steenworp afstand van de H.Hartkerk.  De aanvraag werd ingediend door de 68-jarige  Marinus van Gastel, landbouwer op De Noord. Petrus van Geel, aannemer in de Schoolstraat, ontwierp en bouwde deze woning  in een boomgaard van de kapucijnen. De ondergrond bleef eigendom van de capucijnen en daardoor werden zij  ook eigenaar van de woning.  Door het statige voorkomen valt de woning direct in het oog. Het afgeplat met pannen bedekt schilddak, de geprofileerde gootlijst, de segmentbogen met mozaïek boven de ramen, het portiek  met een  voordeur voorzien van smeedwerk, de T-schuiframen op de eerste verdieping ( op de begane grond zijn ze helaas verdwenen) en het sierlijke  poortje naar de voordeur en ruime tuin, verraden een zekere welvaart van de eerste eigenaar/bouwer.  De vormgeving van het pand had uiterlijk overeenkomsten  met het  wat verderop gelegen Serafijns Seminarie dat in 1909 herbouwd werd.  Begrijpelijk dat vaak wordt aangenomen dat we hier te doen hebben met de pastorie van Langeweg . Wie een beetje op de hoogte is van de geschiedenis van Langeweg  weet dat begin  20e eeuw   de Langewegse pastoors woonden in Zevenbergen, Zevenbergschen Hoek  en Terheijden. Maar ook Marinus van Gastel  heeft nooit zijn intrek in de woning genomen. In 1909 was zijn vrouw, Barbara Melissen van Krauwelsgors, gestorven. Verliefdheid op de 52-jarige Maria Martens uit Made  doorkruiste het  bouwplan. In 1911 trad de 69-jarige Marinus met haar in het huwelijk . De grootouders  van zijn eerste vrouw, pachtten vanaf 1824 de boerderij Krauwelsgors 4. Deze grootouders,  Adriaan Melissen en Maria van Ham, hadden een groot gezin. Dochter Theresia trouwt met Antonie Kapitein, kleermaker te Slikgat. Zoon Gerard wordt schoonzoon van bakker Kouwenberg  te Slikgat. Alleen de zonen Marijn en Laurens blijven op Krauwelsgors  achter.  Marijn trouwt in 1848 met Anna Cornelia de Kater uit Nieuw-Vossemeer.  Veertien kinderen  werden er geboren waarvan er overigens vijf bij de geboorte stierven. Vader  Marijn was als jonge boer  al lid van het comité dat ijverde voor een kerk te Slikgat. Met zijn  alsmaar groeiende kroost, moet de vervulling van de kerkelijke verplichtingen hem na aan het hart gelegen hebben. Maar de  gang door de modderrijke karrensporen  naar de kerk te Terheijden was wel een boeteprocessie op zich. Met de komst van de capucijnen naar Slikgat,  kwam daar wel wat verzachting in. Het  echtpaar Melissen-de Kater  was reeds gestorven toen  in 1909 de kinderen Melissen  de boerderij op Krauwelsgors kochten.  Drie dochters  waren inmiddels  het huis uit. Langer boeren werd overbodig. Ze verkochten  Krauwelsgors 4  aan Jan Damen  De ongehuwde broers en zusters hadden hun schaapjes op het droge. Daarom verkaste de familie naar de woning die zwager Marinus van Gastel had laten bouwen, dichtbij de kerk en de paters. Kort voor de verhuizing  stierven nog de inwonende oom Laurens Melissen en broer Adrianus Melissen.  Marinus Theodorus ( Door ) Melissen  en  zijn zusters  Theresia, Petronella , Dymphna  en Anna Catharina, nemen in 1911 hun intrek  in de nieuwbouw  op het dorp dat een jaar daarvoor onder een wat beschaafder  klinkende naam  op de kaart gezet was. In 1912 liep pater gardiaan met plannen in zijn hoofd om het nieuwe huis te bestemmen als woonhuis voor de zusters van Veghel. Hij zag dit eigenlijk niet zo zitten want de vrees dat paters en zusters elkaar  vaak  op de vingers zouden kijken was niet ongegrond;  vanuit het patersklooster had men een volledige kijk op de tuin en het huis van de zusters. Een schoolgebouw met een plein vol kinderen zo dicht bij het klooster, zou de kloosterlijke stilte ook niet ten goede komen. Bovendien,  waar moest hij naar toe met de familie Melissen ?  In 1913 trok  zus Anna, weduwe van Adrianus van Etten,  met haar dochter bij de familie in. Ook voor eerste schoolhoofd van de Maria School, Maria Prinsen uit Nuenen, was in 1913 nog wel een kamer vrij. Inwonen bij de zusters was nog niet mogelijk omdat het zusterhuis nog niet voor bewoning klaar was. De kinderen Melissen behoorden zo’ n beetje tot de gegoede burgerij . Ze waren  welgesteld. Diverse panden op Slikgat hadden ze in eigendom.  Met de paters als buren  ijverden ze voor de capucijnenmissie, waren de leidinggevenden van  Missienaaikring St.Rosa  en Fidelis-Missiebond, het comité  Belgische vluchtelingen en de drankbestrijdingverenigingen.  Alhoewel bij dit laatste…… zetten diverse oud-bewoners van Langeweg  een vraagteken.  Als muren konden praten , zo werd verteld.  Het zal de spuigaten niet uitgelopen zijn, maar de inrichting van de zijtuin met  zijn, met palm  beplante  paden, had met veel fantasie iets gemeen met  het Sint- Pietersplein te Rome.  Neem daarbij de geregelde huisbezoeken van de paters voor een praatje  en…. een borreltje bij  de familie, dan ligt het voor de hand dat het pand  naamsbekendheid kreeg  als : Het Vaticaan. In 1951 werd het huis door de capucijnen verkocht. De opbrengst van Het Vaticaan kon goed gebruikt worden voor de bouw van de nieuwe kerk. De Roomse naam  verdween maar  decennialang  werd Langeweg van hieruit voorzien van romige melk, boter  en kaas  door  de familie van Gils-Tielen. December 2020