Hoeve Alma - 30 december 2003

Hoeve Alma (deel 4)

In deel 1 van Hoeve Alma gingen we tot zo’n anderhalve eeuw terug in de bewoningsgeschiedenis van deze hoeve. Deze beginnen we bijna vijf eeuwen terug in de tijd. Na de bedijking van De Noord, Zonzeel en Krauwelsgors in de eerste helft van de 16e eeuw werden in de tweede helft van die eeuw door de domeinen hoevegebouwen neergezet en verpacht. Hoeve Alma , nogmaals een 20e--eeuwse benaming , maakte deel uit van een zevental domeinhoeven gelegen aan de Noordseweg. De eigenaar, de domeinen, duidt deze zeven hoeven, voor een deel liggende in Hooch Crauwelsgors , aan met de benaming de Cleyhoeven. Het huidige Alma is daarvan de derde hoeve. In 1569 is Reijnier Pauwels Peter Schoenmakersone pachter van deze hoeve. In 1580 pacht hij een domeinhoeve bij het Liesbosch. In 1585 woont hij daar nog. In 1591 blijkt hij weer op de derde hoeve te vertoeven . Hij verkoopt dan drie bunder land in Crauwelsgors en vanaf 1 mei 1597 pacht Reijnier ‘wederom voor vijf jaar zijne Prinselijke Hoogheids hoeve met heure toebehorende 22 bunder en 358 roeden, wesende de derde hoeve’. Reijnier is dan ongeveer 52 jaar oud. Vanaf 1606 wordt buiten de domeinhoeve land gehuurd in Crauwelsgors en Hazeldonk van Jonkvrouwe Michault. Reijnier stelt zich regelmatig borg voor landbouwers in de naaste omgeving. Zo staat hij in 1609 hij borg voor Claes Franck Claes op hoeve Hokkenberg die vijf bunder land pacht in Crauwelsgors van het kapittel van Breda . In 1618 wordt Pauwels Reijnier Pauwelsone als pachter van de derde hoeve genoemd. In 1628 woont deze ‘in het Sevenbergs lant ‘. Gedurende de rest van de 17e eeuw is de naam Stappers of Stappaerts aan deze hoeve verbonden. De naam kwam destijds meer voor op het platteland onder Zevenbergen en Terheijden. Frans Anthonis Stappers uit Wagenberg woont in 1625 met zijn vrouw Barbara Adrianus van Bedaf op de derde hoeve met de kinderen Jacob, Anthony, Adriaan en Pieternel la. In 1630 begaat zoon Anthony een ernstig misdijf. Door een ‘ onnoosel ongeluck ‘ werd in mei 1628 de Terheijdenaar Anthonis Swaens door hem vermoord. In 1630 verschenen de ouders van het slachtoffer en de dader voor de schepenen van Breda om een zoen te laten registreren. Dit hield o.a. in dat de dader een geldbedrag moest schenken aan de ouders van de vermoorde zoon om wat rust en vrede tussen de beide families te brengen. Anthony moest in aanwezigheid van een aantal vooraanstaande lieden zoals pastoors en schouten van Terheijden , Oosterhout en Breda, ten huize van Jan van Neten op de Havermarkt te Breda de familie van de overledene met gebogen knieën en gevouwen handen om vergiffenis vragen. Hij mocht bij zijn ouders op De Noord of daaromtrent blijven wonen, doch vijf jaar lang niet meer in het dorp Terheijden verblijven tenzij om te passeren voor noodzakelijkheden waarbij vooraf toestemming van de familie Swaens en vrienden van Anthony Swaens nodig was. Bij het bezoek aan een herberg waar de familie of vrienden op dat moment aanwezig waren, moest hij vertrekken en altijd eerbiedig blijven. Gedurende zes maanden moest hij dagelijks een H. Mis laten lezen voor de overledene, hetzij te Breda, Oosterhout of Terheijden en daarbij een baar laten opstellen met twee brandende kaarsen van een half pond ieder. Hij was voorts verschuldigd vóór Kerstmis 1630 aan het armbestuur van Terheijden f 140,- en nog f 50,- ter uitreiking aan armen, welken door de familie Swaens werden aangewezen. Aan de kerken van Oosterhout en Terheijden moest eveneens vóór Kerstmis ieder f 140,- voldaan worden. Later is het bedrag van f 140,- dat verschuldigd was aan de kerk van Oosterhout, aan de pastoor van Terheijden geschonken voor de bouw van een pastorie. Anthony Stappers was amper 15 jaar oud. Vader Frans draaide dus op voor de betaling. In 1651 woont Frans Anthonis Stappers nog op de derde hoeve. Hij is dan ongeveer 80 jaar. In 1663 is het echtpaar Stappers- van Bedaf niet meer in leven. Zoon Anthony vinden we dan als pachter op de derde hoeve . Hij is getrouwd met Helena Anthonissen. In 1660 heeft zijn broer Jacob, pachter van de zesde hoeve op de Noord, zich al borg moeten stellen voor broer Anthony vanwege mogelijk pachtschuld in de toekomst. Twee zonen telt het huwelijk van Helena en Anthony : Zoon Frans die rond 1690 op het pannehoefke aan de Voogdeweg overlijdt en zoon Hendrik. Deze Hendrik (geb.1640) trouwt in 1663 met de 18-jarige Jacomine Corneille van der Hoeff uit Zevenbergen . Hendrik neemt de pacht van de derde hoeve over. Ze krijgen in 1665 een zoon Cornelis. In dat jaar overlijdt moeder Jacomine. Hendrik hertrouwt in 1666 met Digna Anthonis van der Biesen(1647) wonende onder Zevenbergen. Uit dit huwelijk zijn de kinderen Heyltje (1666-1739), Anthony en Jacob (1669) geboren. Tussen 1670 en 1680 wordt regelmatig beslag gelegd op de roerende en onroerende goederen wegens pachtschulden of niet betaalde arbeidslonen. Naast de pachthoeve hadden de boeren doorgaans hier en daar door koop of vererving wel enkele percelen in eigendom. Hendrik bezit in 1670 een veestapel bestaande uit negen paarden , negenentwintig koeien, twee wagens, drie ploegen, twee eggen, een karne, een kist en een kast met ‘cleederen en lijnwaet’ en vier bedden met hunne toebehoren. Op de hoeve werkt in die tijd ene Adriaen Lambrechtse Daes , in 1651 geboren te Ginneken . De 17-jarige dochter Heyltje Stappers trouwt in 1683 met deze knecht . Het echtpaar blijft op de derde hoeve. Tussen 1685 en 1711 dienden zich twaalf nakomelingen aan : Lambert(1685—1747), Hendrick (1687-1730), Adriaen(1690-1748), Dingena (1693-1772), Pieternella (1695-1707), Johanna (1697-1703), Anthony (1699-1748), Cornelis(1701-1773), Johanna (1704), Catharina(1707-1742), Pieternella (1709-1779) en Jan(1711-1793). In 1693 koopt Adriaan Daes sr. een perceel landbouwgrond genaamd Lang Vlaanderen in de Grote Schenkeldijkse polder. In 1704 laat het echtpaar Daes-Stappers een testament opmaken. Niet alle zonen en dochters kunnen boer of boerin worden op de derde hoeve. Enkele kinderen uit het grote gezin overleden zeer jong. Anderen verlieten na hun huwelijk het ouderlijk nest. Een inwonende zwager en knecht, Anthony Stappers , trouwde 1708 met Jenneke van Osta in Dinteloord en erft aldaar van zijn moeder Digna Anthonis van der Biesen, in 1717 een hoeve. Adriaan Daes wil in 1710 een hoeve aan de Langeweg bij Slikgat gaan pachten maar het gaat niet door. Misschien dat we hier te doen hebben met Adriaen junior die , om verwarring te voorkomen met zijn vader, zich Adriaan Daesdonk noemt. Ook Heyltje krijgt haar moeders erfdeel in 1717. Een meevaller die een jaar nadien goed van pas zou komen. In 1718 brak namelijk een besmettelijke ziekte uit onder het rundvee. Vrijwel de gehele rundveestapel op de hoeven, dijken en weiden van Zijnen Koninklijke Majesteit en omgeving werd besmet en moest worden gevild en ter plekke begraven worden.

december 2022