Pater Hyacinthus van Erp
De bevolking van Langeweg werd in het verleden vaak vereenzelvigd met de capucijnen die er sinds 1874 een kerk en klooster hadden. Dorp en klooster werden als eenheid gezien, hoewel er duidelijk verschillen waren in de manier van leven. Tastbare herinneringen aan de capucijnen vinden we nog in de vorm van restanten van het klooster en klein-seminarie, het patersbos, enkele straatnamen en natuurlijk, als een soort postuum eerbetoon en onderhuids levende binding met het verleden, De Capucijn op de kerkpad en de dorpsvlag. Een van de paters die gedurende twintig jaar als assistent, te vergelijken met een kapelaan, aan deze binding van het dorp met de capucijnen heeft bijgedragen, is pater Hyacinthus van Erp, de Cint, zoals hij wel genoemd werd. Johannes van der Steen werd in 1878 geboren als zoon van een landbouwer op De Bolst bij Erp. In 1890 wordt hij ingeschreven als leerling van de Serafijnse School te Slikgat . Enkele Slikgatse jongens waren in die tijd ook leerling van de Serafijnse School namelijk Jacobus van Aken, de latere burgemeester van Zevenbergen en Henri Snoeijs die in 1901 als missionaris naar Noorwegen vertrok. In 1894 verhuist hij naar het capucijnenklooster te Babberich voor het noviciaat. In 1902 werd hij tot priester gewijd. Na een aantal jaren werkzaam geweest te zijn als missiepredikant vanuit het klooster te Breda, werd hij in 1914 benoemd tot assistent van de gardiaan te Langeweg . Gedurende zijn 20-jarig verblijf moet hij hier uitgegroeid zijn tot een door de bevolking zeer gewaardeerd persoon. Naast zijn werk als voorganger en biechtvader in de kloosterkerk, leerde Langeweg deze pater kennen als geestelijk adviseur van de R.K. Toneelvereniging Kunst na Arbeid, de R.K. voetbalvereniging, Het Kruisverbond (drankbestrijding), medeoprichter van fanfare Muziek Veredelt, oprichter van de eerste plattelandse verkennergroep in het bisdom Breda, dirigent van het herenkoor, leider van het Sint Antoniuspatronaat , directeur-voorzitter van De Jonge Werkman, de gymnastiekclub van de Gezellenvereniging, geestelijk adviseur en cursusleider van de R.K. Werkliedenvereniging en directeur van de mannenafdeling van de Derde Orde. Maar al eerder kwam de jeugd van Langeweg, vooral de jongens, in aanraking met hem. Op de openbare school, later de Sint Jozef School, gaf hij godsdienstonderricht. Meerdere keren per week bezocht hij klassen voor de catechismusles. Dat was ook het geval op maandagmorgen 29 oktober 1934. Hij begaf zich rond half twaalf vanaf het klooster naar de Schoolstraat. Een honderd meter van de school verwijderd viel hij neer op straat. Behulpzame handen droegen hem bij Cees Janssen naar binnen. Pater gardiaan en een arts uit Zevenbergen werden gewaarschuwd . Hyacinthus was door een hartverlamming bevangen. De gardiaan diende hem nog het sacrament der stervenden toe. Dat is nog mogelijk zolang het lichaam warm is. Maar dokter Kock uit Zevenbergen kon helaas niets meer uitrichten dan vast te stellen dat Hyacinthus het tijdelijke met het eeuwige leven had verwisseld. Woensdag 31 oktober werd in een stampvolle kloosterkerk afscheid genomen van de overleden pater. Naar gewoonte van de capucijnen kon nog een laatste groet gebracht worden bij de open kist voor het altaar. Hoofdcelebrant was pater Albertus, gardiaan, geassisteerd door de paters Bartholomeus en Augustus. Aan de zijaltaren werd een H. Mis opgedragen door H. van der Steen, een neef van de pater en J. van der Made, aalmoezenier te Breda. Naast de vele inwoners van Langeweg waren o.a. aanwezig de pastoor en kapelaan van Zevenbergen, Zevenbergschen Hoek en Wagenberg, de pastoor van Terheijden, Lage Zwaluwe, Erp en Oudenbosch, Monseigneur Goorts , rector van de bisschoppelijke kweekschool te ’s Hertogenbosch, dokter Kock , Henri Aarden en Van Berkum , commissaris van de R.K. Verkenners. In de begrafenisstoet naar het kloosterkerkhof liepen de kinderen en onderwijzers van de Sint Jozef School, de verschillende bonden en verenigingen met hun vaandels waarvan de overleden geestelijk adviseur was, medebroeders uit het Langewegse en andere kloosters en de seminaristen, begeleid door treurmarsen van Muziek Veredelt . Dit alles natuurlijk in afwezigheid van het vrouwelijk geslacht vanwege de clausura oftewel ‘het slot’. Na de begrafenis keerde men terug naar de kerk om vijf Onze Vaders te bidden. Talrijk zijn de portretten en overlijdensprentjes die ik vond in ‘de oude doos’ van Langewegse inwoners die Hyacinthus nog gekend hebben, herinneringen aan een man met wie men graag van doen had.
Mei 2020