Seminaristen van vlees en bloed

Leerlingen van de het Serafijns Seminarie te Langeweg , moesten met enige regelmaat contact zoeken met hun ouders.  Mobieltjes waren toekomstmuziek, het woord bestond zelfs nog niet in de huidige betekenis.  Na de nieuwbouw van het seminarie in 1909, maar ook na  iedere grote verbouwing en uitbreiding , zetten de capucijnen het seminarie letterlijk op de kaart, een ansichtkaart wel  te verstaan. Dit werd een veelvuldig gebruikt  contactmiddel tussen de seminarist en zijn buitenwereld, ouders, familie, vrienden en bekenden. Zo werden diverse series van  zo’n tiental kaarten  met  de mooiste hoekjes van het seminarie op de gevoelige plaat vastgelegd. In- en exterieurfoto’s  , al of niet  verlevendigd  met ijverig poserende  leerlingen, moesten de wereld een kijkje geven in het dagelijks leven in de school en internaat. Voor de kapucijnen was  het tegelijkertijd een middel om belangstelling  voor de school en daarmee de Orde te wekken.  Een voorbeeld hiervan geeft bijgevoegde ansicht, tonende de oostgevel van het seminarie, gebouwd in 1909 ( het rechter gedeelte) en uitgebreid in 1917 met de aanbouw links,  opgetrokken  in eclectische bouwstijl en op tekening gezet door de architect van de capucijnen,  broeder Felix van Dennenburg. Nog nooit heeft  deze kaart de weg naar het publiek gevonden. Ons Dorpshart heeft dus de primeur in deze. Van leerlingenwerving voor de school is echter geen spraken meer omdat vrijwel niets op de dag van vandaag nog ter plaatse bewaard of herkenbaar is.  Wat nog wel bewaard is zijn de teksten door seminaristen achterop de kaarten  geschreven. Of deze de naam van het seminarie eer aan gedaan hebben valt soms te betwijfelen.  Hier volgen enkele voorbeelden : Moeder, stuur me nog eens wat  chocolade.  De griep heerst hier.  Ik schrijf u een kaartje met het verzoek zo snel mogelijk mij een paar warme handschoenen te sturen, afgelopen nacht heeft het hier 15 graden gevroren. Brei nog eens een wollen das voor mij want het is hier zo koud. Vorige week hebben we allemaal bedorven rijst  op, we zijn allemaal ziek geweest.  Over drie weken hebben we gelukkig vakantie. Hier een ansicht van het Slikgat, de enige die er te krijgen is. Vanwege de mobilisatie krijgen we minder brood maar daarvoor in de plaats tweemaal daags rijst, snert en pap, zoveel we maar willen, ik ben al een pond aangekomen. Wilt u met het Sinterklaaspakje ook nog een drilboor, schuurpapier en wat zaagjes erbij doen want die heb ik hier hard nodig.  In de refter krijg ik pap van broeder Casimirus want ik kan nog niet bijten. Tante,  ik zit nu al twee weken in Langeweg  en thuis maken ze het goed.  Schrijf je nog eens terug,  er staat niets onder de postzegel.  Ik beantwoord je brief maar snel met een kaart want onder  de vakantie ben ik er niet.  Ik stuur je een mooie luchtopname van ons seminarie, ik sta er ook op , ik heb een zwarte broek aan en naast mij staat een Indiër. Vandaag hebben  we er twee Chinezen bij gekregen en we hebben er veel lol mee.  Ik wil u hartelijk bedanken voor de lekkere kwatta’s  en zuurtjes;  ze hebben lekker gesmaakt maar zijn nu op. Wil je Marie  de groeten van mij doen als je ze ziet !  Ook deze laatste  boodschap kwam door de censuur van de paters. U ziet, op het seminarie waren ze ook maar gewoon geschapen van vlees en bloed. Juni 2017