Sint Antonius, patroon van een verloren gym- en atletiekvereniging
1904 is het oprichtingsjaar van het Sint Antonius-patronaat in ons dorp. In 1901 werd de leerplicht ingevoerd voor kinderen tussen de zes en twaalf jaar. Voor het merendeel van de twaalfjarigen lag de weg open naar een zesdaagse werkweek in de huishouding, de landbouw, ambacht of industrie. Voor een vervolgopleiding was geen geld in arbeidersgezinnen. Door de oprichting van zowel jongens- als meisjespatronaten trachtte de R.K. kerk grip op deze schoolverlaters te houden door wat maatschappelijke, godsdienstige en morele vorming bij te brengen. Vooral degenen die werkzaam waren in de industrie, liepen het gevaar beïnvloed te worden door het goddeloze, politiek en maatschappelijke gedachtegoed van de stad. Maar niet alleen buiten het beschermde dorp kon maatschappelijke onrust de jongeren in hun groei naar volwassenheid op het verkeerde pad brengen; begin 1900 deden de paters er alles aan om de overvloedige consumptie van alcoholische dranken de nek om te draaien. Slikgat zou het enige dorp in Nederland geweest zijn waar om negen uur in de avond het klokje van de paterskerk heen en weer beierde ten teken dat de herbergiers hun klanten de deur moesten wijzen en de tent te sluiten. Die periode werd ook gekenmerkt door de verstoorde sfeer tussen de vele Slikgatse landarbeiders enerzijds en de boeren anderzijds. Pater gardiaan raadde beide kampen aan zich te verenigen in een landarbeidersbond en een patroonsbond. Om te voorkomen dat alcoholgebruik en de spanningen in de kleine maatschappij van het dorp ten koste zouden gaan van de sfeer onder de jeugd werd naast de kerk in 1905 de alcoholvrije Sint Antonius-zaal gebouwd voor o.a. het patronaatsgebeuren. Onderdeel van de vorming van jongelingen binnen de patronaten tot degelijke katholieken was het bedrijven van diverse vormen van ontspanning. Binnen het Langewegse Sint Antonius Patronaat groeiden onderafdelingen; 1915 was het geboortejaar van de Gezellen Voetbal Club Langeweg en vanaf 1919 is sprake van de gymnastiekvereniging Sint Antonius. De Christelijke ziel zou zich het best kunnen ontwikkelen in een gezond lichaam. De heer P. Bernard(1882-1954)onderwijzer te Breda, werd de praktijkleider. De geestelijke leiding van het jongenspatronaat en gymnastiekvereniging was werd toevertrouwd aan pater Hyacinthus van Erp. Een lid was vaak bij meerdere onderafdelingen betrokken. De gymnastiekvereniging was verdeeld in twee groepen: de jongeren van 12 tot 16 jaar, de ouderen van 16 tot 18 jaar. Door alle verenigingen liep een scheiding tussen jongens en meisjes. Die onoverschrijdbare grens moest voorkomen dat jonge mensen zich, naar de normen van die tijd, mentaal onvoldoende of ongewenst zouden ontwikkelen. De geestelijke leider van het in 1920 opgerichte meisjespatronaat was de gardiaan pater Mauritius van Velp, een persoon die als gezaghebbend bekend stond en niet alleen binnen kerk en klooster. Hij was als het ware de voorganger van de huidige bewakingsgroep, die in de avonduren haar gang maakt door het dorp op zoek naar onbevalligheden. Enkele zusters van de Maria School hadden de praktische leiding bij het meisjespatronaat. Jeugdigen die in de polder woonden werden geacht geen lid te worden van het patronaat vanwege onveiligheden in de winter. Vandaar dat boerenzoons en -dochters ontbraken en het patronaat een sociale scheiding in de hand werkte. In 1920 werd op verlangen van het Bisdom Breda de Rooms Katholieke gymnastiek- en atletiekbond Sint Jozef opgericht waarvan de Langewegse gymnastiekvereniging nog datzelfde jaar lid werd. De bond bestond naast de zogenaamde patronaatsverenigingen uit de R.K. gym- en atletiekverenigingen uit Tilburg, Ginneken, Breda, Oudenbosch, Etten, Hoogerheide, Roosendaal , Bergen op Zoom, Oosterhout en Dongen. Zondag 25 juli 1920 nam St. Antonius-Langeweg in Oudenbosch deel aan de jaarlijkse bondsdag. Na de H. Mis van 9 uur in de Basiliek vertrok het gezelschap naar St.Louis voor de binnensportonderdelen worstelen en spelboksen. Na de hoogmis liepen de verenigingen in optocht door Oudenbosch, gevolgd door een maaltijd bij de broeders. Om 1 uur in de middag begonnen op een veld in het Oudland van de Eerwaarde Zusters lichte atletiekwedstrijden. Zo’n feest was een van de weinige kansen voor de opgroeiende jeugd om de grenzen van hun eigen woonomgeving te overschrijden en te verleggen. In mei 1921 nam de Langewegse gymvereniging deel aan de missiewedstrijden te Breda. In 1922 werd het bondsfeest gehouden te Dongen. In 1923 werd de Langewegse club door het bondsbestuur gecomplimenteerd omdat St. Antonius de enige was die een jaarverslag had ingestuurd. Er is wat voor te zeggen om het niet in te leveren; de verenigingen zijn opgericht om sport te bedrijven en niet om sport te beschrijven. Als het even kon, toonde de gymclub ook binnen het dorp haar kunstjes. Zo gaf op zondag 2 december 1923 de R.K. toneelvereniging Kunst Na Arbeid een uitvoering in een uitverkochte Sint-Antoniuszaal ten bate van het na de Eerste Wereldoorlog verarmde Duitsland. Tussen de bedrijven door werd, ter afwisseling, door de gymnastiekvereniging onder leiding van P. Bernard, zo goed en kwaad als het kon op het kleine podium, haar kracht en lenigheid ten tonele gebracht. 29 juni 1924 was Langeweg vertegenwoordigd bij het eerste lustrumfeest te Breda van de St. Jozef Gymnastiek- en Atletiekbond waaraan 2000 leden deelnamen. De patronaatsafdelingen van Wagenberg, Terheijden en Zevenbergschen Hoek hadden zich inmiddels aangesloten bij de Bredase bond. 28 september 1924 werden de sportfeesten in Langeweg georganiseerd. C. Kommeren is dan voorzitter van de Langewegse vereniging. In 1925 vonden de bondsfeesten plaats te Dongen. Langeweg behaalde een eerste prijs in paardoefeningen, een tweede en derde prijs bij driekampen en een derde prijs bij touwtrekken. Tweede paasdag 1926 hield Gymclub St. Antonius een sportdemonstratie in Langeweg. Onderdelen waren polsstok- hoogspringen, hardlopen 100 meter, 400 meter, 3 km, 5 km en verspringen met aanloop. De demonstratie werd gehouden op het sportterrein naast de kerk en opgeluisterd met muziek. In 1928 was er sprake van dat de R.K. Gymnastiek- en atletiekbond zou opgaan in de Brabantse Atletiek Bond. De bisschop van Den Bosch was tegen en daar sloot Monseigneur Hopmans van Breda zich bij aan. De R.K. signatuur moest in het vaandel blijven wapperen. Tot was 1940 de Langewegse gymvereniging jaarlijks aanwezig op de bondsfeesten in veel Westbrabantse plaatsen. Zo’n bondsfeest duurde vaak twee dagen. Voor de ontvangende vereniging was het vaak een hele happening met een optocht door het dorp of de stad en een ontvangst op het gemeentehuis. Voorafgaand werden de verenigingen ontvangen in de kerk om de eucharistie bij te wonen met hun vaandels opgesteld rond het altaar. Sint Antonius was niet altijd de patroon van verloren zaken. Enkele leden van Sint Antonius, Din Stoop (1901-1982), Lauw van Beek (1896-1971), Jan Voogt(1912-1989) en Hannes Heijmans(1900) sleepten begin 20-er jaren heel wat edele metalen in de wacht door deelname aan de veldlopen in en rond Breda. Din Stoop, die op den duur gevreesd werd onder de deelnemers, behoorde met Lauw van Beek doorgaans tot de top vijf. In 1924 won Din Stoop de 8 km veldloop te Breda en ontving hij een zilveren beker uit handen van de Bredase burgervader. Lauw van Beek eindigde op de vijfde plaats en moest genoegen nemen met een bronzen medaille. In 1940 werden alle verenigingen onder Duits toezicht geplaatst. De kerk verbood de R.K. verenigingen hieraan mee te werken. Sint Antonius Langeweg werd een verloren zaak. Maar gym en atletiek verdwenen niet ; 1 januari 1941 werd gymnastiek als verplicht vak in het lager onderwijs ingevoerd als voorbereiding op militaire dienstplicht. En dat moest Sint Antonius allemaal maar toestaan in zijn toneelzaal aan de kerkpad.
juni 2023