Slikgat kan naar de pomp lopen! (1)

De plaats waar de Zuiddijk en De Langeweg elkaar bijna raken is sinds honderden jaren een markant punt binnen ons dorp. Tot voor een twintigtal jaren werd dit raakpunt van wegen omringd door drie cafés en een kerk en vormde daarmee het dorpshart. Twee cafés en de kerk hebben inmiddels hun oorspronkelijke bestemming verloren maar nog steeds beschouwen we deze plaats als een soort ontmoetingsplaats, middelpunt, voor dorpsactiviteiten. Het punt is ook nog goed herkenbaar. Op de foto uit de dertiger jaren van de vorige eeuw zien we de bebouwing aan de linkerzijde die binnen niet al te lange tijd onder de slopershamer zal vallen. Gezien de staat waarin het zich al jaren bevindt, is het onbetwistbaar  dat nieuwbouw hier voor verfraaiing van de entree van het dorp en een verbetering van het woongenot zal zorgen. Aan de rechterzijde herkennen we nog duidelijk café Schuurmans. Piet Schuurmans was in 1911 gehuwd met een dochter van de herbergier Lucas van Steenhoven, wiens herberg stond op het huidige dorpsplein voor De Droom. Piet werd tevens uitbater van de herberg van zijn schoonouders. Het zal hem wel voor de wind gegaan zijn want in 1932 gaf hij opdracht tot bouw van een nieuw café op de hoek Dorpsstraat-Kerkpad. Helaas twee straatnamen die in de volksmond werden gebruikt maar in de gemeentelijke administratie voor Langeweg niet bestaan. Mogelijk dat de paters hun bedenkingen hadden bij een derde herberg en dan nog wel op een steenworp afstand van kerk, klooster en patronaatsgebouw. Gelukkig was het benodigde perceel grond waarop het café gebouwd zou worden, al in familiehanden. Aan gelegenheden om zijn dorst te lessen in het hart van het dorp dus geen gebrek. Dat is weleens anders geweest. In de tweede helft van de 19e eeuw was cholera een ziekte die hier nog regelmatig de kop opstak. De ziekte was dodelijk, maakte veel slachtoffers onder de kinderen en werd mede verspreid door drinkwater. Vaak mochten ook markten en kermissen in het Zevenbergse geen doorgang vinden i.v.m. deze besmettelijke ziekte. De bewoners van Slikgat waren voor het drinkwater aangewezen op de Langewegse vliet, belendende poldersloten of een waterput bij het huis. De vliet en de sloten waren tevens opvangplaatsen voor afvalwater van huishoudens en bedrijven. En de waterput stond in de meeste gevallen niet zo ver verwijderd van het secreet. Dit waren daarom vaak bronnen van besmetting. Het is voorgekomen dat de vis in de Langewegse vliet er het loodje bij legde als gevolg van de lozingen bij de suikerfabricage. Ook was het water van sloten en vliet een bepaald gedeelte van het jaar onbruikbaar als gevolg van bevriezing. Daarom wendde in september 1886 een aantal bewoners van Slikgat zich schriftelijk tot het gemeentebestuur met het verzoek om in de behoefte aan goed drinkwater te voorzien. In maart 1887 vroeg het Slikgatse raadslid Piet van de Noort aan het gemeentebestuur waarom de betreffende adressanten nog geen antwoord hadden op hun verzoek. Het antwoord daarop was dat de adressanten grotendeels op Terheijdens grondgebied woonachtig waren en zich dus tot die gemeente moesten wenden. Een antwoord dat nou niet bepaald waterdicht was want van de veertien ondertekenaars woonde het overgrote deel aan de Zevenbergse kant. Maar u voelt het waarschijnlijk al , voorlopig zou de Slikgatse bevolking als het aan het Zevenbergse gemeentbestuur lag, naar de pomp kunnen lopen, of….. eigenlijk niet! Mei 2018