
Slikgat kan naar de pomp lopen! (2)
Na enkele jaren komt de pompkwestie weer boven water. Zevenbergen zoekt toch naar een oplossing. In 1889 verleent de Prins en Hertog van Arenberg te Brussel aan Zevenbergen toestemming om in een greppel in een van zijn percelen,verpacht aan Johannes Wijtvliet in de Kleine Spiepolder, buizen te leggen tussen de Langewegse vliet en het gehucht Slikgat ’ ten gebruike en gerieve van de bewoners van dat gehucht’. Waarschijnlijk zou vlietwater dan via de buizen kunnen stromen met als eindpunt het midden van Slikgat, de Dorpsstraat. Mogelijk dat hier een pomp op aangesloten zou kunnen worden want in juli 1889 ging Zevenbergen onderhandelen met het gemeentebestuur van Terheijden ‘ om te komen tot daarstellen van eener pomp te Slikgat’. In oktober 1889 deelt Terheijden mee dat het voorgenomen plan met vijf tegen zes stemmen in het water gevallen was. Om verder geëmmer te voorkomen heeft Zevenbergen waarschijnlijk toch een pomp op de buis aangesloten en geplaatst bij bakker Cornelis van Gils. Maar als snel schijnt het water niet in de smaak te vallen. Reden voor herbergier Lucas van Steenhoven met een aantal bewoners zich in januari 1891 weer tot de gemeenteraad te wenden en te melden dat zij grote behoefte hebben aan goed drinkwater en het verzoek daarvoor te willen voorzien in een welpomp. De burgervader is van mening dat uit de pompen bij bakker van Cornelis van Gils, midden in het dorp en bij de paters het water goed drinkbaar is. Wethouder van Schendel meent dat in het verleden al een dergelijk verzoek is ingediend. Naar aanleiding daarvan zou bij de paters en Van Gils een onderzoek naar de kwaliteit van het drinkwater onderzocht zijn, met als resultaat : ondrinkbaar. Volgens wethouder van Schendel ligt het in de lijn der verwachting van de raad dat dichtbevolkte arbeidersbuurten over goed drinkwater moeten kunnen beschikken en dat de aanleg van een degelijke put met pomp wenselijk is. Lid Van Aart vindt dat Slikgat vergeleken met bijvoorbeeld de Drie Hoefijzers al bevoordeeld is met de bestaande voorziening en moet dus niet klagen. Tieleman op Roville hekelt de uitlatingen van Van Aart : Het drinkwater wordt er met dat soort redeneringen niet zuiverder op, in andere buurten is het mogelijk nog slechter en daar moet je wat aan doen. Besloten wordt om nog eens bij bakker van Gils en de paters te gaan proeven. Binnen enkele weken werd het onderzoek verricht. De paters waren er, ondanks de gewijde grond, tot nu toe nog niet in geslaagd bruikbare waterbronnen aan te boren. Bij bakker van Gils was het al niet veel beter. Besloten werd in de begroting van 1892 toch een bedrag voor een pomp op te nemen. De pomp zal wel geplaatst zijn doch het pompwater zal de Slikgatse bevolking niet tot aan de lippen gestaan hebben want in augustus 1893 deelt de burgemeester de raad mee dat de geplaatste pomp aanvankelijk voldeed, maar er inmiddels meer zand dan water naar boven komt. Vaak moet de pomp worden schoongemaakt en een scheikundig onderzoek door de firma Bosson te Dordrecht wees uit dat het water, dat dan nog met moeite aan de oppervlakte kon komen, verre van geschikt was om de dorst te lessen. Bovendien bezorgde de strenge vorst het water een winterstop. De raad is bang dat het maken van verdere kosten aan de pomp water naar de zee dragen is en besluit de pomp dan maar voorlopig totaal buiten werking te stellen. De burgemeester zag geen andere oplossing dan de Inspecteur van het Geneeskundig Staatstoezicht op de hoogte te stellen van de drinkwatertoestand te Slikgat. Deze suggereerde dat het water vervuild zou kunnen worden door nabij de pomp liggende riolen of goten voor keukenwater en verzocht de burgervader een fles Slikgats bronwater ter keuring aan te bieden bij betreffende inspectie. Juni 2018