Stap voor stap naar een dorpsplein (2)
Eind 1919 verhuisde de gemeenteveldwachter Johan Hendrik Effting ( 1884-1953) met zijn vrouw Adriana Roebers (1880-1953) en gezin vanuit Steenbergen naar Langeweg. Hij was geboren te Enschede en werd tot rijksveldwachter voor Langeweg benoemd . Bij de aankoop van de veldwachterswoning werd de gemeente Terheijden verzocht om een jaarlijkse een steentje bij te dragen voor de deze woning. Temeer daar het werk van een rijksveldwachter niet ophield bij de gemeentegrens achter de woning. Terheijden ging hier niet in mee. Ook in de omliggende gemeenten van Terheijden waren rijksveldwachters werkzaam. Wel kregen de rijksveldwachters een jaarlijkse gratificatie van de gemeente Terheijden. Eind 1922 wordt Effting in gelijke functie overgeplaatst naar Cuyk aan de Maas. Op 5 december van dat jaar werd vanuit Cadier en Keer rijksveldwachter Jacobus Pijnen (1892-1965) benoemd tot zijn opvolger. Jacobus was geboortig van Woensdrecht . Met zijn Belgische echtgenote Maria Angelina Janssens (1893-1968) zou hij een groot gezin krijgen waarvan de nummer 5, 6 en 7 het levenslicht zagen in Langeweg. Het huis had nog een bewoner; in augustus 1925 werd hij te koop aangeboden door Pijnen : Een chien de brie, een jaar oud, bekroond met de eerste prijs jeugdklasse, zeer waaks, scherp , kamerzindelijk en…….. 168 cm hoog, vermeldt de advertentie. Daar ga je dus niet zomaar mee kuieren. Toch slaagt de verkoop. Een maand later krijgt Pijnen ministeriële toestemming om Breston, een afgerichte en goedgekeurde politiehond, indien nodig bij het uitoefenen van zijn dienst in te schakelen. Breston hoefde niet lang te waken over Langeweg want in juni 1926 wordt Pijnen overgeplaatst naar Herpen in Oost-Brabant. Vanuit Herpen komt rijksveldwachter Marinus Jacobus Dirken (1890-1969) naar Langeweg . De naam van de nieuwe standplaats van Dirken is dan nog niet in Herpen doorgedrongen. De naam Slikgat werd er nog steeds gebezigd. Voor Dirken klonk zijn nieuwe standplaats niet onbekend in de oren ; hij was geboren te Standdaarbuiten en in 1920 gehuwd met Adriana Maria Voogt ( 1892-1960) uit Moerdijk. Slechts twee jaar zouden ze dit huis bewonen. Om de vestiging van een rijksveldwachter in een klein dorp wat aantrekkelijker te maken werd de huur gereduceerd. Deze korting moest dan worden gezien als een vervanger van de jaarlijkse gratificatie die hij van de gemeente Zevenbergen kreeg. Voorwaarde was wel dat de huurder het arrestantenlokaal van tijd tot tijd een schoonmaakbeurt gaf. Op de duur waren de onderhoudskosten van het pand hoger dan de huuropbrengst. Om die reden besloot de gemeente Zevenbergen eind 1927 een nieuwe rijksveldwachterswoning met arrestantenlokaal te bouwen op het huidige adres Zuiddijk 42. De bouwkosten lagen iets hoger dan de opbrengst van de te verkopen bestaande rijksveldwachterswoning. De nieuwe rijksveldwachterswoning werd in 1928 verhuurd aan Marinus Dirken. Dirken kreeg in 1928 de rang van brigadier-titulair. Een tegenvaller voor hem was wel dat het huurbedrag steeg van 78 naar 208 gulden. Daarom verhuisde hij in 1934 naar Terheijden. Langeweg kwam nu een drietal jaren zonder inwonende sterke arm te zitten. De gemeentepolitieagenten van Zevenbergen en Zevenbergschen Hoek moesten in Langeweg hun diensten gaan draaiden. De nieuwe woning werd verhuurd aan een particulier. In november 1935 richtte een aantal bewoners zich schriftelijk tot het gemeentebestuur met het verzoek tot een “blijvend” agent van politie. Voortdurende wisseling van standplaats van de veldwachters werkte niet in het voordeel van de dorpsbewoners. Het aantal inwoners was inmiddels gestegen tot 1100. De winter stond voor de deur en de verslechterende economische omstandigheden zouden ‘naast gedwongen lediggang gemakkelijk kunnen leiden tot diefstal en baldadigheid ‘ . De brief werd ondertekend door de geestelijkheid het klooster en seminarie, de hoofden van de lagere scholen en de besturen van standsorganisaties en het waterschap Crauwelsgors. In juli 1937 krijgt Langeweg een gemeentelijk agent van politie. De Nijmeger Michael Wilhelmus Johannes Freij (1909-1978) kwam vanuit zijn standplaats Venlo naar Langweg. Zijn verloofde , de te Venlo geboren 21- jarige Hubertina Johanna Zaeijn, voegde zich na het huwelijk in november van dat jaar bij hem. 2 november 1944 ging de veldwachterswoning met een aantal panden in de directe omgeving in vlammen op. De oude veldwachterswoning werd in mei 1928 verkocht aan Cornelis van den Heuvel (1896-1966), schilder en behanger uit Zevenbergen. Cornelis begon hier zijn bedrijf. Het arrestantenlokaal werd omgebouwd tot werkplaats. Als oud-militair was hij lid van de Langewegse Burgerwacht . In 1939 was hij ook lid van de reeds toen bestaande Rooms katholieke E.H.B.O. -afdeling Langeweg. In 1941 vroeg hij vergunning aan om een gedeelte van het huis in te richten als winkel. In de voor- en zijgevel werden winkelpuien geplaatst . De winkel werd voorzien van een breed assortiment aan schilder- en behangbenodigdheden. Later werd het assortiment uitgebreid met allerlei huishoudelijke gebruiksartikelen , plaatselijke souvenirs en snoepgoed. Een winkel beginnen zal wel een reden gehad hebben, er stak iets achter. Door zijn werkzaamheden als schilder en behanger buitenshuis zouden de openingstijden maar beperkt zijn. Maar begin 1943 trouwde hij met de 39-jarige Langewegse Goverdina Schouwenaars (1903-1986). Voor kinderen was het waarschijnlijk al te laat maar werk in een winkel was Dientje niet vreemd want ze was opgegroeid met een winkeltje van haar moeder aan de Zuiddijk.
april 2022