Steenfabriek Helena (1)

Eeuwenlang waren boerengezinnen met dienstknechten en -maagden en aan de landbouw verbonden ambachten, de bewoners van onze uitgestrekte polders. Een klein huisje van een knecht stond,  vaak ter bescherming,  aan de ingang van de dreef,  die leidde naar de hoevegebouwen of rustte tegen de dijk van de polder waarin de hofstede gelegen was. Door de veranderingen in de landbouw zijn deze arbeidershuisjes hun band met de achterliggende boerenbedrijf verloren. Bijgaande foto uit 1998 geeft ons een kijkje op een arbeidershuisje uit het begin van de vorige eeuw aan de Zuiddijk. Doch het behoorde niet bij een boerderij. Het zijn eigenlijk twee woningen. Men ziet het nog aan de voorgevelindeling en de schoorsteen in het midden, die het eten en twee gezinnen moest opwarmen. Het unieke van deze woningen is dat ze, met nog enkele in de nabijheid, opgebouwd zijn uit stenen die ter plaatse gebakken zijn. Verbouwingen na 1998 hebben deze woning van haar eenvoud verlost.  Met het aanbrengen van wat dominant historisch aandoende elementen, verloor de woning haar oorspronkelijke aanzicht . Deze van oorsprong dubbele werd, met nog een derde ,wat verder naar achter gelegen woning , eind 19e eeuw gebouwd voor het vaste personeel van een daar achter gelegen steenbakkerij. Met die bakkerij werd in de zomer van 1897 een begin gemaakt. Na diverse onderzoeken van de bovenlaag van achterliggende landbouwpercelen, bleek deze zeer geschikt te zijn als grondstof voor het bakken van bouwstenen.  Met de ligging aan de Mark, als aan en afvoerweg en de gunstige prijzen voor stenen, moet dit bij Marinus van Aken de doorslag gegeven hebben om juist deze twee hectaren wei- en akkerland een andere bestemming te geven. Bovendien waren er in Zevenbergen en Terheijden nog geen steenfabrieken,  terwijl in deze jaren langs de Grote Rivieren, Brabant en Limburg, veel nieuwe steenbakkerijen werden gebouwd of uitgebreid. Steenbakkerijen waren vaak een onderdeel, bijverdienste, van een landbouwbedrijf. In dit geval de boerderij op het huidige adres Schoolstraat 2, waar Marinus van Aken en zijn vrouw Henrica van Beek destijds woonden. De grond leverde geen granen of aardappelen maar stenen. Dure investeringen waren niet nodig voor gereedschappen en machines want Marijn vermeldt in zijn aanvraag van 1897 dat de stenen met de hand gevormd zullen worden. Het was maar een experiment. Marijn had in de westelijke punt van de Crauwelsgorse polder  zo’n tien hectare aaneen liggen.  Zou de grondstof opraken,  dan kon men wat opschuiven met de oven. Alleen de lonen en de brandstoffen waren de grootste kosten. De grondstoffen lagen zo voor het oprapen.  Zou de onderneming er niets van bakken dan was de zaak zo opgedoekt  en zou de grond haar oude bestemming herkrijgen. Maar zo ver kwam het niet want twee jaar nadien vroeg de Slikgatse Steenfabrikant vergunning aan voor de plaatsing van een stoommachine en een machinale steenvormpers. Vanwege de concurrentie met de massaproductie van de bakkerijen langs de Grote Rivieren moest Van Aken wel mechaniseren. Het gezin van Aken-van Beek woont dan inmiddels op een hoeve aan de Langeweg. Voor 1906 werden ook de drie woningen gebouwd, bedoeld voor de vaste arbeiders. In Brabant kwam de bouw woningen bij de steenbakkerij zelden voor. Naast de vaste arbeiders waren er losse arbeidskrachten die slechts in de zomermaanden nodig waren. Een zoon van Marinus van Aken , Jacobus Josephus, zag toekomst in de steenbakkerij en leidde het bedrijf. Steenbakkerijen waren erg conjunctuurgevoelig. Een overstroming langs de grote rivieren of een natte zomer bijvoorbeeld, konden de voorraad ongebakken stenen aantasten en daardoor de verkoopprijs beïnvloeden.  Maar ook oorlog en stakingen in de bouw.  In 1906 en 1907 bereikte landelijk de verkoopprijs van stenen een dieptepunt. Om te kunnen overleven was de inbreng vreemd kapitaal nodig.  Daarom werd in 1906 het familiebedrijf, de onderneming M. van Aken –van Beek, ondergebracht in de Naamloze Vennootschap tot exploitatie van steenfabrieken Helena. De drie vennoten hadden als doel het vervaardigen van stenen, alsmede de fabricage van en den handel in bouwmaterialen, van klei, leem of cement vervaardigd, alles in den meest uitgebreide zin.  Zij zal aanvangen met de exploitatie der steenfabriek Helena,  onder de gemeente Terheijden. Duur tot 31 December 1936. De zoon van commissaris Marinus van Aken,  Jacobus Josephus wordt , als zittend bedrijfsleider, technisch directeur. Het is een ondernemend persoon. Naast het directeurschap was hij secretaris afd. Noord-Brabant Bond van Ned. Steenfabrikanten,  werd lid van de raad van de gemeente Zevenbergen in 1913, wethouder in 1918 en in 1926 burgemeester. Als commercieel en administratief directeur wordt benoemd Etienne De Kruyff, ( 1873-1912) officier der infanterie te Amsterdam en zoon van een tweede commissaris. Een raadsel is nog de naam HELENA. Het blijft dat jaar niet bij de oprichting van een N.V. ; directeur Van Aken heeft bij de gemeente een verzoek ingediend voor het bijbouwen van een nieuwe bakoven. De eigenaar van diverse percelen in de omgeving van de bakkerij tekent bezwaar aan . Mr.Meinard Tijdeman, Tweede Kamerlid en advocaat en procureur te Breda waarschuwt voor de nadelige invloed van de neerslaande rook op de gewassen op zijn aangrenzende percelen en het roet in de bloesem. De bouw van een hoge schoorsteen zou volgens hem een oplossing zijn. Dat die pijp inderdaad opgericht werd en tegen een stootje kon, lezen we een volgende keer. Februari 2021