Wat een simpel fotootje ons allemaal kan vertellen
Vanuit de slaapzalen op de tweede verdieping van het Serafijns Seminarie nemen we een kijkje in vogelvlucht op de Grote Spiepolder, aan de noordzijde duidelijk begrensd door de fiere hoge bomenrij langs de Langeweg , aan de zuidzijde door de Zuiddijk . Tegen de taluds rusten versnipperd de eenvoudige huisjes van de, tot dan toe nog grotendeels in de landbouw werkzame, inwoners van Langeweg. De eerste indruk van zo’n vluchtige afdruk is dat het rolletje vol moest, naar schoonheid is niet gekeken. In de loop der jaren en dat zullen er inmiddels wel ruim honderd zijn, draagt zo’n fotootje toch wel geschiedenis in zich ; er is bijna niets wat niet veranderd is. De wereld was nog maar klein, in de eigen buurt zocht men naar een tevreden bestaan, zelfs de geliefde werd vaak op enkele meters afstand gevonden. Vooral dit laatste zorgde er vaak voor dat het dorp slechts met hutje en mutje groeide, een algemeen beeld op het platteland. De Zuiddijk behoorde tot de domeingronden .Tegen een bepaalde cijns kon een talud gepacht worden. Als de cijns niet meer betaald werd moesten de opstallen met de grond gelijk gemaakt worden. Rijen met merendeels knotwilgen en olmen leunden wat achterover langs de sloten. Vrijwel jaarlijks vond in een plaatselijke herberg wel een openbare veiling plaats waar een notaris, in opdracht van de rentmeester der domeinen, hakhout aan de man probeerde te brengen. Het hakhout, afkomstig van de bomen, was voor de polderbewoners de enige manier om in de winter te kunnen overleven en voedsel te bereiden. In 1881 hielden de Domeinen uitverkoop. De Zuiddijk te Slikgat ging in particuliere eigendom over aan Meinard Tijdeman junior, advocaat en procureur te Breda . Norbertus Adriaansen kocht in 1888 een gedeelte van het dijktalud tegenover zijn ouderlijk huis, ter hoogte van het huidige adres Zuiddijk 26. Op de nieuwe perceelgrenzen moest hij een doornen haag planten. De verkoper werd verplicht de iepenheesters op het perceel binnen het jaar te verwijderen. Na zijn dood in 1900 kreeg zijn zus Antonetta Adriaansen de grond in bezit. Ze was in 1867 gehuwd met haar buurjongen Johannes Beljaars. In 1901 bouwde het echtpaar het huisje Zuiddijk 26. Met hun dochter Johanna betrekken ze het huis. Bij de verkoop werd wel bedongen dat er naast de te bouwen woning, een voetpad met recht van overpad kwam naar de sloot om water te halen voor de was, ten behoeve van de bewoners van ouderlijke woning van Antonetta . De oostelijke aanbouw was nog van hout en bood o.a. plaats aan de geit. Dochter Johanna trouwt in 1915 op 40-jarige leeftijd met de 30-jarige Johannes L. Viellevoijeuit de conservatoriumstad Tilburg. De ouders van Johanna vertrekken naar hun zoon in Leur. Johannes is muzieksorteerder van beroep, wat dat ook moge zijn. In 1918 wordt zoon Henri geboren wordt. Drie jaar later verkassen ze naar Tilburg. Bakker Adrianus Reniers, we zien zijn bakkerij annex woonhuis en winkel aan de overzijde van Zuiddijk 26 staan, kocht het huis met tuin in 1921. Hij had een flink aantal huisjes te Langeweg in bezit. Bakkers waren vaak ook een soort beleggers in onroerend goed, ze zagen er brood in en bij verhuur van de panden was ook vaak sprake van gedwongen winkelnering. Een jaar later verkocht hij de woning met aangebouwde schuur weer aan Cornelis P. Verhoef, spoorwegwachter afkomstig van de Achterdijk. Hij was in 1920 gehuwd met de Langewegse Catharina Voogt. In 1926 huren haar broer Leonardus en Adriana van den Berg het huisje. Bernardinus Lammers en Helena Dietvorst waren de laatste huurders . Cornelis Verhoef verkocht het in 1930 aan Dingeman Stoop en Jacoba Kapitein. In 1948 wordt het geheel in steen opgetrokken. In 1969 wordt het huis verkocht aan de familie Baremans-Stoop. Het huis met de schuur voor wat vee en vlasopslag, ongeveer midden op de foto, werden gebouwd, herbouwd, in 1908 en uitgebreid in 1914 en 1923. Ten tijde van de foto woont er het gezin van Johanna Adriaansen en Laurens van Geel. Johanna had nog een zus met dezelfde roepnaam. Zij huwde in 1909 haar buurjongen Cornelis van Gils en bouwdein de moestuin van haar ouders het huisje Zuiddijk 15, links op de foto. Aan de overzijde van het huis zien we weer een waslijn met een paadje naar de sloot voor was- en drinkwater. Nog net te zien is het huis met het mansardekap. Piet de Graauw kocht grond aan in 1900 om er met zijn schoonbroer Adriaan Vermeulen in 1901 dit huis te bouwen. Piet had er een klein timmerbedrijf. In 1909 werd het verkocht , als zijnde twee woningen, aan het echtpaar Cornelis Verwater en Jacoba Schouwenaars. Augustus 2019